dinsdag 4 december 2012

Vogels ringen op de camping




Op donderdag 22 november werden er vogels geringd op camping Beekhuizen in Velp. Floris Moolenbeek woont er in een camper en heeft een eigen vogelvoerplek ingericht. Met BNB student Jeroen Nagtegaal kwam hij op het idee om vogels te gaan ringen op de camping. Jeroen is in het bezit van een ringvergunning en ringt diverse soorten binnen vele projecten.


En zo plaatsten we twee mistnetten om de voerplek heen, deze netten zijn zeer dun en fijnmazig  en zijn lastig te zien voor de vogels, zo gebeurde het dat bij het plaatsen van het tweede mistnet er al drie Koolmezen in het eerste net vlogen. Om extra vogels naar het net te lokken plaatsten we een speaker die vogelgeluiden afspeelde.
Pimpelmees en Koolmees in het net.
Mezenfamilie met van boven naar onder:
 Koolmees, Pimpelmees en Glanskop.
Als een vogel in het net belandt moet hij er ook weer uit worden gehaald, dit is een aardig priegelwerk omdat de vogel met z’n pootjes, kop en vleugels in het net zit verstrengeld. Na een beetje oefening lukte het zelfs mij om twee Koolmezen heelhuids uit het net te bevrijden, iets wat ik nog niet eerder had gedaan. 
Boomkruiper
Eenmaal uit het net worden de vogels in een zakje gestopt hierdoor zien ze niets en blijven ze rustig, als alle vogels verzameld zijn worden ze naar de ringplek gebracht. Daar worden de gegevens van de vogel verzameld. Voor elke vogel wordt genoteerd welke soort het is, de vleugellengte, leeftijd en het geslacht. Deze kenmerken zijn voor iedere vogel weer verschillend en om de kenmerken van iedere soort te kennen moet je aardig wat ervaring opbouwen. Naast het noteren van de gegevens krijgt de vogel een ring om zijn poot, deze ringen zijn van aluminium gemaakt en er zijn verschillende diameters omdat de ene soort dikkere pootjes heeft dan de ander. Op de ring staat een code en de naam van het landelijke ringstation, in ons geval is vogeltrekstation Arnhem Holland, op de kleinere ringmaten staat Arnhem VT Holland. Eenmaal voorzien van een ring mag de vogel weer wijde wereld in. Ook worden er soms gekleurde ringen en ringen met een grote code (bijvoorbeeld bij Ganzen) gebruikt, op deze manier is de vogel ook te herkennen zonder hem te vangen.

Uiteindelijk worden de gegevens in een centrale database verzameld. Het ringen van vogels levert belangrijke informatie op. We weten nu waar vogels naar toe gaan in het najaar en hoe oud ze kunnen worden. Zo is de oudste geringde vogel een Noordse stormvogel die de respectabele leeftijd heeft bereikt van 43 jaar en 10 maanden. Maar ook een Scholekster kan behoorlijk oud worden want de oudste geringde Scholekster bereikte de leeftijd van 43 jaar en 4 maanden!
Ook weten we door ringonderzoek waar bepaalde vogels de winter doorbrengen.
De meeste geringde vogel van Nederland is de Koolmees met 290972 geringde vogels sinds 1990!

De donkere vlek onder de vleugel geeft aan dat
dit een mannetje Boomklever is.
Aan het eind van de dag stond de teller op een totaal van 68 vogels waarvan er 5 al eerder voorzien waren van een ring enkele weken eerder. De geringde vogels waren: Koolmees (30 + 3 terugmeldingen), Pimpelmees (18 + 1 terug) Glanskop (5 + 1 terug), Boomklever (3), Roodborst(3), Vuurgoudhaan (2), Goudhaan (1) en Boomkruiper (1).
De Vleugellengte van deze Boomklever wordt opgemeten.

Vuurgoudhaantjes
Om vogels te mogen ringen heb je een vergunning nodig, om een ringvergunning te krijgen moet je eerst stage lopen bij een ervaren ringer. Als je voldoende kennis en kunde hebt moet je een examen volgen en als je het examen hebt behaald mag je je vogelringer noemen! Om op een bepaalde plek te ringen heb je toestemming nodig van de grondeigenaar. Zie voor meer informatie: www.vogeltrekstation .
Goudhaantje
Heb je zelf een geringde vogel gezien of gevonden? Dan kun je dit doorgeven via de website's www.griel.nl voor metalen ringen, of www.cr-birding.org voor kleurringen. Voor vragen omtrent
ringen mag ook gemaild worden naar Jeroen Nagtegaal. Jhc.nagtegaal@gmail.com

Tekst en foto’s: Jurgen Rotteveel.


Met dank aan: Jeroen Nagtegaal en Floris Moolenbeek.


Bronnen: www.vogeltrekstation.nl en www.griel.nl
Roodborst

maandag 16 juli 2012

LaarX-Excursie naar de tuin van Sjef

Op donderdag 5 juli vond op initiatief van studentenvereniging LaarX van Van Hall Larenstein Velp een excursie plaats in de tuin van Sjef.


Midden in de bebouwde kom van Velp ligt een zeer bijzondere tuin; een ecologisch ingerichte tuin met honderden plantensoorten, zowel inheems als uitheems. Naast planten komen er ook veel soorten dieren voor in de tuin; te weten 17 soorten libellen, 4 soorten amfibieën, de Bunzing, enkele soorten muizen en als meest karakteristieke soort komt deEuropese Rivierkreeft voor, die leeft in het zuurstofrijke water van de Rozendaalse Beek die om de tuin heen loopt. Naast al dit moois komt de Ringslang regelmatig op bezoek in de tuinvijver, en zijn er vlindersoorten zoals de KoninginnenpageBont Zandoogje,Bruin ZandoogjeAtalanta en Landkaartje gesignaleerd. De tuin is aangelegd door beeldend kunstenaar Sjef van der Molen.
Op donderdagochtend 5 juli kom ik rond 11:00 samen met Robin Kraaij aan bij de ingang van de tuin aan de Boulevard. Omdat de rest nog niet is gearriveerd, besluiten we eerst op hun te wachten alvorens we de tuin betreden. Echter heeft Sjef lucht van ons gekregen, en komt polshoogte nemen. We maken kennis met elkaar.
Gelukkig arriveert de rest even later ook met een beetje hulp van Sjef; zij waren net als ik en Robin, een beetje de weg kwijt. Sjef stelt zichzelf aan iedereen voor, en vertelt in korte lijnen iets over zijn tuin.
Vervolgens beginnen we aan de rondleiding. Al snel wordt duidelijk dat Sjef een zeer deskundig verteller is en zijn tuin erg ecologisch heeft ingericht; dit is onder andere te zien aan stapels stenen en takkenhopen, een vijver in het midden van de tuin en een insectenhotel. De stapels stenen en plantaardig materiaal dienen als prima habitat voor kleine dieren zoals muizen, amfibieën, kevers, duizendpoten, pissebedden en vele andere geleedpotigen. In- en rondom de tuinvijver leven amfibieën zoals Groene Kikker,Bruine KikkerGewone Pad en Kleine Watersalamander. Ook waterdiertjes zoals Schrijvertjes en Schaatsenrijders zijn te zien op het water. De libellen geven ook zich ook thuis met als hoogtepunt een eileggend vrouwtje van de Grote Keizerlibel. Andere soorten die voorkomen zijn AzuurwaterjufferLantaarntjeSteenrode HeidelibelGewone OeverlibelBloedrode Heidelibel en Vuurjuffer. Sjef merkt ook op dat er regelmatig een Ringslang verblijft bij de vijver, erg leuk om te horen.
Aan planten schiet het duidelijk niet te kort; de tuin is één grote jungle. De meeste planten zijn ingezaaid, maar sommige zijn ook spontaan gekomen. Sjef weet precies te vertellen welke soorten spontaan zijn gekomen. Dit zijn enkele algemene soorten zoals Gewone RaketZwarte NachtschadeBasterdwederik en Kruipertje.
Er staan ook enkele soorten varens zoals TongvarenBlaasvarenStruisvaren en Mannetjesvaren. In- en rondom de vijver vinden we zelfs de ook mooie soorten zoals MattenbiesWateraardbeiLiesgrasHaagwinde en Harig Wilgenroosje.
Voordat de excursie wordt afgesloten, bekijken we een uniek stukje kunst in de vorm van een poortje met allerlei beeld- en steenwerkjes met mooie tekeningen en teksten.
Helaas hebben we geen Europese Rivierkreeft gezien, maar dat mag de pret niet drukken met al die plantenpracht om ons heen! Na Sjef bedankt te hebben voor deze mooie en leerzame excursie keert iedereen voldaan terug naar huis.
Tekst en beeld: Willem Bosma

zaterdag 31 maart 2012

reCycling is our nature; This tour is for Strofylia!

Er valt altijd weer iets nieuws te ontdekken op het Landgoed. Zo zien we hier 8 tweedejaars studenten Bos en Natuurbeheer die van plan zijn aankomende zomer 900 kilometer te gaan fietsen in Griekenland. Dit doen zij onder de naam reCycling is our nature
Deze tocht wordt gemaakt naar aanleiding van een gastcollege voor het ondernemingsplan van Paul Efmorfidis (eigenaar van Coco-mat). De fietstocht wordt gemaakt om geld in te zamelen voor Nationaal Park Strofylia en om duurzaamheid onder de aandacht te brengen van de Grieken.
Het ingezamelde geld wordt besteed aan een Witte Fietsen Plan in het Nationaal Park. Strofylia is een kwetsbaar wetland met duinen, bossen en brakwatergebieden. Het gebied is belangrijk voor vogels als de Zwarte ibis, de Kemphaan, de Steltkluut en verschillende soorten strandlopers en plevieren. Daarnaast zijn er nog 7 soorten amfibieën en 23 reptielen. In mei geeft LaarX een leuk gastcollege over de natuur in Griekenland.
De fietstocht leidt langs de steden Athene, Korinthos, Patras, Kalogria, Olympia, Vitina en Nafplio. En het blijft niet alleen bij fietsen want er wordt ook nog straatafval opgeruimd en gepraat met de lokale bevolking en hun burgemeesters.

Tijdens de opendag is er al €168,- ingezameld met het verkopen van lekkere hapjes. Er komen nog meer leuke acties zoals Fietsen bij lokaal 0 en een feest bij Arbori op 19 april.
De fanatieke studenten die deze tocht gaan maken zijn: Iris de Boer, Thijs Meijerink, Niek Meister, Bart Meijer, Emiel van Eck, Laurens Bonekamp, Erwin van Bennekom en Rosa Diemont. Kijk hier voor meer info over Nationaal Park Strofylia.

Tekst: Niek Meister
Foto: Judith van moorsel

dinsdag 27 maart 2012

Ernstjan @ Texel

Mijn eerste stage deed ik ook al voor SOVON Vogelonderzoek Nederland en dat beviel goed. Na het afronden van mijn tweede stage zag ik op Twitter een tweet voorbijkomen dat er dringend studenten nodig waren op Texel voor onderzoek rondom scholeksters. Et voilà, sinds een paar weken zit ik voor mijn afstuderen op Texel in opdracht van SOVON Vogelonderzoek Nederland in samenwerking met IMARES!

Op Texel, schiermonnikoog en vooral ook in Engeland word al meer dan 30 jaar onderzoek gedaan naar scholeksters. In eerste instantie omdat het een makkelijke soort is om te observeren; het is een opvallende en algemene soort is die zich ophoudt in goed toegankelijk en overzichtelijk terrein (kwelders en wadplaten), zodat het sociale gedrag en het voedselzoekgedrag makkelijk bestudeerd konden worden. Ook de populatiestudie op Texel is destijds niet begonnen met als hoofdvraag het achterhalen van de oorzaken van populatie veranderingen. Aanleiding vormde het in gang zetten van een onderzoeksprogramma naar fitness effecten van verstoring van voedselzoekende wadvogels door het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer
(RIN).

In de jaren 90 zagen de onderzoekers een spectaculaire achteruitgang van de scholekster. Sinds de jaren 90 is de in Nederland broedende populatie met 50% afgenomen. De oorzaken hiervan zijn nog steeds niet helemaal duidelijk. Wel zijn er aanwijzingen dat er per locatie net weer andere oorzaken zijn van de achteruitgang. Reden genoeg voor meer onderzoek dus.

Je bent nu vast wel nieuwsgierig wat ik hier ga doen. Welnu, mijn begeleider Bruno Ens en medeonderzoekers hebben het model WEBTICS ontwikkeld. WEBTICS staat voor Wader Energy Balance & Tidal Cycle Simulator. De naamt zegt het al een beetje; het model kan op basis van verschillende parameters (getij, het weer, hoeveelheid droogvallend wad per getijdecylcus, voedselaanbod en handelingstijd per prooisoort etc.) rekenen aan de draagkracht van het waddengebied. Hiermee kan bijvoorbeeld berekend worden wat de effecten zijn van bodemdaling door gasboringen in het waddengebied voor de populatie scholeksters. Het model richt zich overigens op de winterperiode. Zoals elk model is het slechts een benadering van de werkelijkheid. Het model houdt momenteel geen rekening met verschillen tussen dag en nacht. Onlangs is door GPS gezenderde scholeksters en een camerapaal op het wad vastgesteld dat overwinterende scholeksters ’s nachts flink doorgaan met foerageren. ’s Nachts zitten de scholeksters met hogere dichtheden op elkaar op de wadplaten. Maar waarom doen ze dat?
Éen van de hypothesen is dat het ligt aan een dag en nacht ritme van de belangrijkste prooi in de winter; de kokkel. Om die hypothese te testen ga ik kokkels uitrusten met meetaparatuur die de afstand van de kleppen kan registreren. Een kokkel die open staat is veel makkelijker te pakken dan een kokkel die dicht zit.Daarmee hoop ik te kunnen zien of de voedselbeschikbaarheid tussen dag en nacht verschilt. Hiermee kan ik een advies geven of het model WEBTICS op basis van mijn gegevens verbeterd kan worden.

En in mijn vrije tijd vermaak ik me met het eiland verkennen, vogels kijken en chillen met een grote hoeveelheid ‘huisgenoten’. Ik zit hier in een campus ‘De Potvis’, een complex vol met stagiairs, PhD studenten en enkele werknemers van het NIOZ of IMARES. We hebben een gezamenlijke keuken een een eigen bar in de kelder. ’t Is net een studenten soos: goedkoop bier, een pooltafel een boven alles een hoop gezelligheid. Voor meer foto’s kun je kijken op www.flickr.com/photos/ejeej

Tekst en Foto: Ernstjan Penninkhof

dinsdag 20 maart 2012

Op stage in Costa Rica?!

Ik ben Marloes, derde jaars student Tropical forestry. Ik loop op dit moment voor een half jaar stage in het zuid westen van Costa Rica bij een project dat Cloudbridge reserva heet. 10 jaar geleden zijn ze hier begonnen met het beplanten van voormalige weilanden waaruit dit gebied bestond, om het cloudforest weer terug te laten komen.





Ik voer hier een onderzoek uit over het onderdrukken van het onkruid op de nieuwe aangewezen plantages. Dat is nodig omdat hier door die voormalige weilanden erg veel onkruid groeit die de jonge bomen verstikken. Hierdoor heeft op sommige plaatsen het bos nog geen kans om zich te ontwikkelen. Nu houden ze het onkruid handmatig kort rond de bomen, wat erg arbeidsintensief werk is. Ik hoop met mijn onderzoek een methode te kunnen vinden die en minder arbeidsintensief is, en een goedkope oplossing biedt, en goed is voor de omgeving.



Ik gebruik verschillende methodes, zoals handmatig korthouden, gebruik van karton en plastic rond de bomen, het overschaduwen van het onkruid en het gebruik van chemicalien of een combinaties van deze vormen, om te kijken welke het beste is.



De eerste weken heb ik voornamelijk de omgeving verkent en mijn onderzoek opgezet.In het regenseizoen (+/- mei) beginnen we met planten van de nieuwe bomen. Daarna bestaat mijn werk voornamelijk uit het meten van veranderingen op de plantages van het aandeel onkruid, de groei van de bomen etc. Het is een doorlopend onderzoek. Ik zal na het planten nog 2 maanden de plantages in de gaten kunnen houden. Daarna is het de bedoeling dat andere stagelopers of vrijwilligers het van me over gaan nemen. Ik vind het een erg interessant en leerzaam onderzoek. Het enige dat ik jammer vind is dat ik het zelf niet kan afronden en dus geen eindconclusie zal kunnen formuleren.



Maar misschien kom ik hier in de toekomst wel weer terug om te kijken hoe het gaat. Naast mijn onderzoek houd ik me ook bezig met het bijhouden van de temperatuur verschillen, meten van de hoeveelheid regen die hier valt en het in de gaten houden van de dieren in het reservaat door middel van het ophangen en controleren van trap camera’s. Dus ik vermaakt me hier prima! Ik onderneem ook veel dingen buiten het onderzoek om. Zo heb ik de hoogste berg van Costa Rica beklommen en ben ik zeker van plan ook een bezoekje te brengen aan de vulkanen. Verder ga ik halverwege mijn stage tijd voor een week of 2 naar Panama om mijn paspoort te verlengen, dit geeft me ook weer een mooie gelegenheid om dit land te bekijken en te vergelijken met Costa Rica.



Het is erg leuk om te ontdekken dat sommige dingen die je eerst theoretisch leert tijdens je studie, nu ook in de praktijk worden gebracht. Andersom leer je hier ook zoveel nieuwe dingen waar je nog nooit eerder over hebt gehoord.



Deze stage geeft me ook de kans om veel na te denken over wat ik na mijn studie wil gaan doen. Je ontdekt dat er een wereld voor je open gaat. Ik geniet hier intens van de mooie natuur en de cultuur. Costa Rica is een zeer stabiel land in verschillende opzichten en daardoor zeker aan te raden voor stages. Vooral als je (net als ik) voor het eerst zo’n grote en lange reis onderneemt!



Tekst en foto aangeleverd door Marloes Fröling

vrijdag 9 maart 2012

‘Groene’ energie dankzij Noorse bergen

Het is heel apart om als milieubewuste Nederlandse student in Noorwegen te komen en te zien hoe daar met energie wordt omgegaan. Waar een elektrische kachel in Nederland bijna taboe is vanwege het elektriciteitsverbruik, struikel je er hier over. Het is apart om te zien hoe nutteloos sommige duurzame gewoontes worden en hoe anders de energiemarkt in een ander land kan zijn.


Om die elektrische kachels er weer bij te halen: wat bezielen die Noren om dat te doen? Gas is toch veel efficienter en ‘duurzamer’? In Nederland is dat inderdaad het geval: er is veel gas voorhanden en het merendeel van de elektriciteit dat wordt opgewekt gebeurt door centrales die fossiele brandstof gebruiken. Het overbrengen van die elektriciteit is erg inefficient terwijl makkelijk gas via leidingen naar de burgers thuis gebracht kan worden.


De reden waarom dat in Noorwegen niet gebeurt laat zich makkelijk raden: de vele bergen maken de aanleg van gasleidingen erg kostbaar. Echter is dat niet de voornaamste reden aangezien de hele elektriciteitsmarkt totaal anders is. Noorwegen is namelijk een van de weinige landen die het lukt om meer duurzame energie te produceren dan het gebruikt(SSB, 2009). Dit komt veruit het meeste door de vele waterkrachtcentrales. Die bergen met dat hoogteverschil hebben dus duidelijk een voordeel: ‘gratis’ elektriciteit!


Toch gebruikt een Noors huishouden maar voor zo’n 23% duurzame waterkrachtenergie (NVE, 2010). Hoe komt dat zo? Onder andere door Nederland! Door de verkoop van Europese ‘Guarantees of origin’ aan andere landen kunnen die groene stroom leveren aan hun klanten. De elektriciteitsmarkt wordt er niet duidelijker op.


Gelukkig zijn er ook duidelijke voordelen: dankzij de ‘NorNed’ kabel die van Nederland naar Noorwegen loopt ontstaat er een win-win situatie. De fossiele energiecentrales die in Nederland staan kunnen simpelweg niet uitgeschakeld worden en moeten ’s nachts op ‘standby’ staan. Dankzij deze kabel kunnen ze tenminste ’s nachts nog de Noorse huizen verwarmen. De Noorse waterkrachtcentrales daarentegen kunnen makkelijk ‘energy on demand’ leveren. Bijvoorbeeld als de Nederlandse leraren opeens allemaal met de elektrische tram naar Den Haag gaan terwijl de schoolloze kinderen allemaal achter de pc kruipen,...


Koen Derks.


Bronnen:


Statistics Norway. http://www.ssb.no >> Main page»Statistics by Subjects»10 Electricity, gas, steam and hot water supply http://www.ssb.no/english/subjects/10/08/10/elektrisitetaar_en/tab-2011-04-13-08-en.html


NVE.no. > Kraftmarked > Sluttbrukermarkedet > Varedeklarasjon > Varedeklarasjon 2010 http://www.nve.no/no/Kraftmarked/Sluttbrukermarkedet/Varedeklarasjon1/Varedeklarasjon-2010/

zaterdag 25 februari 2012

Werken in De wieden

Na 4 jaar studie is ook voor mij de tijd aangebroken om te gaan afstuderen. En omdat ik al stage gelopen heb op hoge zandgronden en een extra onderzoek heb gedaan in het mergelland werd het hoog tijd om ook eens wat van het nattere Nederland te gaan bekijken. Dit gecombineerd met een fascinatie voor laagveen laat eigenlijk maar een keus….De Wieden.

En daar ben ik dan. Het doel van mijn afstudeeropdracht is het zoeken van locaties voor petgaten en voor tenminste een van die locaties een inrichtingsplan schrijven. Een petgat is in feite niets anders dan een gat waar het veen uitgegraven is om zo de verlanding weer van voor af aan te laten beginnen. Dit is belangrijk omdat verschillende stadia in deze verlanding bijzondere habitats voortbrengen met de daar bij horende bijzondere soorten.

Ik ben nu net klaar met het schrijven van mijn plan van aanpak (wat ga je doen waarom en wanneer) en ga nu beginnen aan mijn literatuurstudie. Hier hoop ik te ontdekken hoe een petgat er eigenlijk uit hoort te zien en aan welke eisen het moet voldoen om succesvol bijzondere habitats voor te brengen.

Eerst veel binnen werk dus maar daarna natuurlijk ook naar buiten. Inrichten van een petgat betekend graven en het zou zonden zijn als je net die ene zeldzame soort ondersteboven graaft die iedereen nou net zo hard loop te beschermen! Om dit te voorkomen ga ik tijdens mijn stage ook een voortoets Flora en Fauna wet uitvoeren. Naar buiten dus! Maar eerst, nu het toch nog niet zulk lekker weer is, lekker binnen voorbereidingen treffen.

Het word een hele klus maar ik heb er wel zin in. En natuurlijk houd ik jullie via de blog op de hoogte van de vorderingen.

Foto en tekst: Tim van Leeuwen

dinsdag 21 februari 2012

Elandeeeeeeeeeeeeeeeen!

Toen er bekend werd dat wij als bos en natuurbeheerders een minor Nordic forestry and wildlife management in Noorwegen konden volgen waren we natuurlijk verkocht! Alle acht! Inmiddels zijn wij; Wander, Timo, Scarlet, Roel, Olaf, Koen, Bart en Annemiek, al helemaal gewend aan de ultiem hoge sneeuw en gure koude wind! (20 cm en – 4 graden Celcius..) Als inmiddels officiële Evenstadters en bijna ingeburgerde Noren zijn we al wezen langlaufen, ijsvissen, jagen (op vos), bergklimmen , hiken, noorderlicht kijken en is er een alaskan husky aangeschaft. Maar.. het allerleukste van Noorwegen? Elanden!

Hier, daar, overal! Elanden! Zit je in de bus op weg naar een museum? ‘Eland, links!’ Zit je in in de auto om (veel te duur) eten te kopen? ‘Eland! Rechts! ‘ Ga je op weg om gezenderde vosjes te zoeken? ‘Eland! En nog een!’.
Na zoveel elanden werd na twee weken toch echt tijd voor een foto.. Olaf heeft de primeur!
Hierbij het meest geziene onderdeel van de eland.. Z’n billetjes!
Binnenkort meer over dit leuke beest met zijn gekke kop

Hilsen fra Norge!

Tekst: Annemieke Slootweg
Foto: Olaf van der Geest