donderdag 30 mei 2013

Vlotjes voor de Zwarte Stern

Tijdens mijn stage bij Staatsbosbeheer in de Gelderse Poort heb ik twee dagen meegelopen met vrijwilliger Max.  Hij maakt al jaren lang vlotjes als broedplaats voor de Zwarte Sterns in het rivierengebied.

De Zwarte stern broedt van nature op verlandingsvegetaties van Krabbenscheer, maar door de slechte waterkwaliteit komen deze planten niet of nauwelijks meer voor in de Gelderse Poort. Daarom worden nu kunstmatige broedplaatsen gemaakt waar de sterns  gretig gebruik van maken.  Doordat de sterns ieder jaar terugkomen wordt het bootje van Staatsbosbeheer herkend en worden de vlotjes ook meteen in gebruik genomen.
De vlotjes zijn gemaakt van kunststof. Bovenop komt een laag rivierklei met daaroverheen een laag rottende plantenresten. Deze plantenresten lopen voor een deel weer uit en zo ontstaan kleine begroeide eilandjes.  Omdat de Zwarte stern een koloniebroeder is worden meerdere vlotjes aan elkaar geknoopt en in rijen naast elkaar gelegd in bijvoorbeeld een oude rivierarm.
 

Tekst en foto's: Niek Meister
3e jaarstudent Bos en Natuurbeheer

maandag 14 januari 2013

Bomen zagen voor Oeverzwaluwen




Op vrijdag 4 januari werden er werkzaamheden uitgevoerd op een waterzuivering terrein van Waternet in de plaats Huizen. Terwijl de Oeverzwaluwen (Riparia riparia) nog lekker in Afrika rondvliegen werd er door een groep vrijwilligers de eerste hand gelegd aan een nieuw onderkomen voor deze vogels. Onder leiding van Jelle Harder, werkzaam bij Landschap Noord-Holland en vele werkgroepen in de Gooi en Vechtstreek, werd over een afstand van ongeveer 20 meter een hek en een rij bomen verwijderd. Via Floris Moolenbeek was er een afvaardiging vanuit het Laarx bestuur komen helpen. Naast Floris zelf waren ook Jurjen Molenaar en Jurgen Rotteveel aanwezig om een paar bomen tegen de vlakte te werken.


Eerst werd begonnen met het verwijderen van het hek, nadat deze weg was moesten ook de bomen er aan geloven. Eenmaal op de grond werden de bomen in stukken gezaagd tot brandhout.
Nu de eerste ronde van het Oeverzwaluw wand project is afgerond zullen begin februari de volgende werkzaamheden plaats vinden. Er ligt op de plek nu een soort dijk die afgegraven word. Als deze dijk weg is wordt er (iets lemig) zand gestort. Dit zand is ideaal voor de Oeverzwaluwen omdat ze hier mooie gangen in kunnen graven die niet zo snel instorten. Aan de voorkant van de wand wordt een betonnen muur geplaatst met openingen waar de Oeverzwaluwen hun nestgang in kunnen graven. De aanwezige bestrating wordt opnieuw gebruikt en wordt voor de Oeverzwaluwwand gelegd zodat er geen begroeiing voor de wand komt.
Achter de wand voor de Oeverzwaluwen wordt ook een vleermuis/amfibieën kelder gebouwd. Op het terrein waren al nestkasten aanwezig voor IJsvogels (Alcedo athis) en Grote gele kwikstaarten (Motacilla cinerea) en er staat zelfs een Huiszwaluwtil!

Kolonie Oeverzwaluwen bij een wand in Noord-Holland. (Foto: Jurgen Rotteveel)
Vanaf maart/april zullen de eerste Oeverzwaluwen weer in Nederland arriveren. De Oeverzwaluw is een 12 cm groot, bruin/wit vogeltje dat zijn nest in een 60-120 cm lange en zelf gegraven gang bouwt. Naast de speciaal aangelegde wanden graven Oeverzwaluwen de nesten ook uit in steile wanden van beken en rivieren en in gronddepots en afgravingen. Een berg zand wordt snel opgemerkt door de Oeverzwaluwen. Projectontwikkelaars zijn dan ook niet blij met deze vogels omdat ze zonder overleg delen van een bouwterrein in beslag nemen om hun nest in te bouwen. De Oeverzwaluw staat op de rode lijst dus het verstoren/vernietigen van nesten is gelukkig verboden.
Het aantal Oeverzwaluwen neemt landelijk toe, de grafieken van Sovon laten een stijgende lijn zien en in 2011 werden er rond de 35.000 paartjes Oeverzwaluwen geteld.

Oeverzwaluwen op zoek naar nestmateriaal. (Foto: Jurgen Rotteveel)

      Filmpje van de werkdag gemaakt door Iris Grob.             


Tekst: Jurgen Rotteveel
Foto’s werkzaamheden: Iris Grob
Foto’s Oeverzwaluwen: Jurgen Rotteveel

Bronnen:

Sovon Vogelonderzoek Nederland 2002 – Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000 Nederlandse fauna 5 – KNNV uitgeverij Leiden

www.waarneming.nl

dinsdag 4 december 2012

Vogels ringen op de camping




Op donderdag 22 november werden er vogels geringd op camping Beekhuizen in Velp. Floris Moolenbeek woont er in een camper en heeft een eigen vogelvoerplek ingericht. Met BNB student Jeroen Nagtegaal kwam hij op het idee om vogels te gaan ringen op de camping. Jeroen is in het bezit van een ringvergunning en ringt diverse soorten binnen vele projecten.


En zo plaatsten we twee mistnetten om de voerplek heen, deze netten zijn zeer dun en fijnmazig  en zijn lastig te zien voor de vogels, zo gebeurde het dat bij het plaatsen van het tweede mistnet er al drie Koolmezen in het eerste net vlogen. Om extra vogels naar het net te lokken plaatsten we een speaker die vogelgeluiden afspeelde.
Pimpelmees en Koolmees in het net.
Mezenfamilie met van boven naar onder:
 Koolmees, Pimpelmees en Glanskop.
Als een vogel in het net belandt moet hij er ook weer uit worden gehaald, dit is een aardig priegelwerk omdat de vogel met z’n pootjes, kop en vleugels in het net zit verstrengeld. Na een beetje oefening lukte het zelfs mij om twee Koolmezen heelhuids uit het net te bevrijden, iets wat ik nog niet eerder had gedaan. 
Boomkruiper
Eenmaal uit het net worden de vogels in een zakje gestopt hierdoor zien ze niets en blijven ze rustig, als alle vogels verzameld zijn worden ze naar de ringplek gebracht. Daar worden de gegevens van de vogel verzameld. Voor elke vogel wordt genoteerd welke soort het is, de vleugellengte, leeftijd en het geslacht. Deze kenmerken zijn voor iedere vogel weer verschillend en om de kenmerken van iedere soort te kennen moet je aardig wat ervaring opbouwen. Naast het noteren van de gegevens krijgt de vogel een ring om zijn poot, deze ringen zijn van aluminium gemaakt en er zijn verschillende diameters omdat de ene soort dikkere pootjes heeft dan de ander. Op de ring staat een code en de naam van het landelijke ringstation, in ons geval is vogeltrekstation Arnhem Holland, op de kleinere ringmaten staat Arnhem VT Holland. Eenmaal voorzien van een ring mag de vogel weer wijde wereld in. Ook worden er soms gekleurde ringen en ringen met een grote code (bijvoorbeeld bij Ganzen) gebruikt, op deze manier is de vogel ook te herkennen zonder hem te vangen.

Uiteindelijk worden de gegevens in een centrale database verzameld. Het ringen van vogels levert belangrijke informatie op. We weten nu waar vogels naar toe gaan in het najaar en hoe oud ze kunnen worden. Zo is de oudste geringde vogel een Noordse stormvogel die de respectabele leeftijd heeft bereikt van 43 jaar en 10 maanden. Maar ook een Scholekster kan behoorlijk oud worden want de oudste geringde Scholekster bereikte de leeftijd van 43 jaar en 4 maanden!
Ook weten we door ringonderzoek waar bepaalde vogels de winter doorbrengen.
De meeste geringde vogel van Nederland is de Koolmees met 290972 geringde vogels sinds 1990!

De donkere vlek onder de vleugel geeft aan dat
dit een mannetje Boomklever is.
Aan het eind van de dag stond de teller op een totaal van 68 vogels waarvan er 5 al eerder voorzien waren van een ring enkele weken eerder. De geringde vogels waren: Koolmees (30 + 3 terugmeldingen), Pimpelmees (18 + 1 terug) Glanskop (5 + 1 terug), Boomklever (3), Roodborst(3), Vuurgoudhaan (2), Goudhaan (1) en Boomkruiper (1).
De Vleugellengte van deze Boomklever wordt opgemeten.

Vuurgoudhaantjes
Om vogels te mogen ringen heb je een vergunning nodig, om een ringvergunning te krijgen moet je eerst stage lopen bij een ervaren ringer. Als je voldoende kennis en kunde hebt moet je een examen volgen en als je het examen hebt behaald mag je je vogelringer noemen! Om op een bepaalde plek te ringen heb je toestemming nodig van de grondeigenaar. Zie voor meer informatie: www.vogeltrekstation .
Goudhaantje
Heb je zelf een geringde vogel gezien of gevonden? Dan kun je dit doorgeven via de website's www.griel.nl voor metalen ringen, of www.cr-birding.org voor kleurringen. Voor vragen omtrent
ringen mag ook gemaild worden naar Jeroen Nagtegaal. Jhc.nagtegaal@gmail.com

Tekst en foto’s: Jurgen Rotteveel.


Met dank aan: Jeroen Nagtegaal en Floris Moolenbeek.


Bronnen: www.vogeltrekstation.nl en www.griel.nl
Roodborst

maandag 16 juli 2012

LaarX-Excursie naar de tuin van Sjef

Op donderdag 5 juli vond op initiatief van studentenvereniging LaarX van Van Hall Larenstein Velp een excursie plaats in de tuin van Sjef.


Midden in de bebouwde kom van Velp ligt een zeer bijzondere tuin; een ecologisch ingerichte tuin met honderden plantensoorten, zowel inheems als uitheems. Naast planten komen er ook veel soorten dieren voor in de tuin; te weten 17 soorten libellen, 4 soorten amfibieën, de Bunzing, enkele soorten muizen en als meest karakteristieke soort komt deEuropese Rivierkreeft voor, die leeft in het zuurstofrijke water van de Rozendaalse Beek die om de tuin heen loopt. Naast al dit moois komt de Ringslang regelmatig op bezoek in de tuinvijver, en zijn er vlindersoorten zoals de KoninginnenpageBont Zandoogje,Bruin ZandoogjeAtalanta en Landkaartje gesignaleerd. De tuin is aangelegd door beeldend kunstenaar Sjef van der Molen.
Op donderdagochtend 5 juli kom ik rond 11:00 samen met Robin Kraaij aan bij de ingang van de tuin aan de Boulevard. Omdat de rest nog niet is gearriveerd, besluiten we eerst op hun te wachten alvorens we de tuin betreden. Echter heeft Sjef lucht van ons gekregen, en komt polshoogte nemen. We maken kennis met elkaar.
Gelukkig arriveert de rest even later ook met een beetje hulp van Sjef; zij waren net als ik en Robin, een beetje de weg kwijt. Sjef stelt zichzelf aan iedereen voor, en vertelt in korte lijnen iets over zijn tuin.
Vervolgens beginnen we aan de rondleiding. Al snel wordt duidelijk dat Sjef een zeer deskundig verteller is en zijn tuin erg ecologisch heeft ingericht; dit is onder andere te zien aan stapels stenen en takkenhopen, een vijver in het midden van de tuin en een insectenhotel. De stapels stenen en plantaardig materiaal dienen als prima habitat voor kleine dieren zoals muizen, amfibieën, kevers, duizendpoten, pissebedden en vele andere geleedpotigen. In- en rondom de tuinvijver leven amfibieën zoals Groene Kikker,Bruine KikkerGewone Pad en Kleine Watersalamander. Ook waterdiertjes zoals Schrijvertjes en Schaatsenrijders zijn te zien op het water. De libellen geven ook zich ook thuis met als hoogtepunt een eileggend vrouwtje van de Grote Keizerlibel. Andere soorten die voorkomen zijn AzuurwaterjufferLantaarntjeSteenrode HeidelibelGewone OeverlibelBloedrode Heidelibel en Vuurjuffer. Sjef merkt ook op dat er regelmatig een Ringslang verblijft bij de vijver, erg leuk om te horen.
Aan planten schiet het duidelijk niet te kort; de tuin is één grote jungle. De meeste planten zijn ingezaaid, maar sommige zijn ook spontaan gekomen. Sjef weet precies te vertellen welke soorten spontaan zijn gekomen. Dit zijn enkele algemene soorten zoals Gewone RaketZwarte NachtschadeBasterdwederik en Kruipertje.
Er staan ook enkele soorten varens zoals TongvarenBlaasvarenStruisvaren en Mannetjesvaren. In- en rondom de vijver vinden we zelfs de ook mooie soorten zoals MattenbiesWateraardbeiLiesgrasHaagwinde en Harig Wilgenroosje.
Voordat de excursie wordt afgesloten, bekijken we een uniek stukje kunst in de vorm van een poortje met allerlei beeld- en steenwerkjes met mooie tekeningen en teksten.
Helaas hebben we geen Europese Rivierkreeft gezien, maar dat mag de pret niet drukken met al die plantenpracht om ons heen! Na Sjef bedankt te hebben voor deze mooie en leerzame excursie keert iedereen voldaan terug naar huis.
Tekst en beeld: Willem Bosma

zaterdag 31 maart 2012

reCycling is our nature; This tour is for Strofylia!

Er valt altijd weer iets nieuws te ontdekken op het Landgoed. Zo zien we hier 8 tweedejaars studenten Bos en Natuurbeheer die van plan zijn aankomende zomer 900 kilometer te gaan fietsen in Griekenland. Dit doen zij onder de naam reCycling is our nature
Deze tocht wordt gemaakt naar aanleiding van een gastcollege voor het ondernemingsplan van Paul Efmorfidis (eigenaar van Coco-mat). De fietstocht wordt gemaakt om geld in te zamelen voor Nationaal Park Strofylia en om duurzaamheid onder de aandacht te brengen van de Grieken.
Het ingezamelde geld wordt besteed aan een Witte Fietsen Plan in het Nationaal Park. Strofylia is een kwetsbaar wetland met duinen, bossen en brakwatergebieden. Het gebied is belangrijk voor vogels als de Zwarte ibis, de Kemphaan, de Steltkluut en verschillende soorten strandlopers en plevieren. Daarnaast zijn er nog 7 soorten amfibieën en 23 reptielen. In mei geeft LaarX een leuk gastcollege over de natuur in Griekenland.
De fietstocht leidt langs de steden Athene, Korinthos, Patras, Kalogria, Olympia, Vitina en Nafplio. En het blijft niet alleen bij fietsen want er wordt ook nog straatafval opgeruimd en gepraat met de lokale bevolking en hun burgemeesters.

Tijdens de opendag is er al €168,- ingezameld met het verkopen van lekkere hapjes. Er komen nog meer leuke acties zoals Fietsen bij lokaal 0 en een feest bij Arbori op 19 april.
De fanatieke studenten die deze tocht gaan maken zijn: Iris de Boer, Thijs Meijerink, Niek Meister, Bart Meijer, Emiel van Eck, Laurens Bonekamp, Erwin van Bennekom en Rosa Diemont. Kijk hier voor meer info over Nationaal Park Strofylia.

Tekst: Niek Meister
Foto: Judith van moorsel

dinsdag 27 maart 2012

Ernstjan @ Texel

Mijn eerste stage deed ik ook al voor SOVON Vogelonderzoek Nederland en dat beviel goed. Na het afronden van mijn tweede stage zag ik op Twitter een tweet voorbijkomen dat er dringend studenten nodig waren op Texel voor onderzoek rondom scholeksters. Et voilà, sinds een paar weken zit ik voor mijn afstuderen op Texel in opdracht van SOVON Vogelonderzoek Nederland in samenwerking met IMARES!

Op Texel, schiermonnikoog en vooral ook in Engeland word al meer dan 30 jaar onderzoek gedaan naar scholeksters. In eerste instantie omdat het een makkelijke soort is om te observeren; het is een opvallende en algemene soort is die zich ophoudt in goed toegankelijk en overzichtelijk terrein (kwelders en wadplaten), zodat het sociale gedrag en het voedselzoekgedrag makkelijk bestudeerd konden worden. Ook de populatiestudie op Texel is destijds niet begonnen met als hoofdvraag het achterhalen van de oorzaken van populatie veranderingen. Aanleiding vormde het in gang zetten van een onderzoeksprogramma naar fitness effecten van verstoring van voedselzoekende wadvogels door het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer
(RIN).

In de jaren 90 zagen de onderzoekers een spectaculaire achteruitgang van de scholekster. Sinds de jaren 90 is de in Nederland broedende populatie met 50% afgenomen. De oorzaken hiervan zijn nog steeds niet helemaal duidelijk. Wel zijn er aanwijzingen dat er per locatie net weer andere oorzaken zijn van de achteruitgang. Reden genoeg voor meer onderzoek dus.

Je bent nu vast wel nieuwsgierig wat ik hier ga doen. Welnu, mijn begeleider Bruno Ens en medeonderzoekers hebben het model WEBTICS ontwikkeld. WEBTICS staat voor Wader Energy Balance & Tidal Cycle Simulator. De naamt zegt het al een beetje; het model kan op basis van verschillende parameters (getij, het weer, hoeveelheid droogvallend wad per getijdecylcus, voedselaanbod en handelingstijd per prooisoort etc.) rekenen aan de draagkracht van het waddengebied. Hiermee kan bijvoorbeeld berekend worden wat de effecten zijn van bodemdaling door gasboringen in het waddengebied voor de populatie scholeksters. Het model richt zich overigens op de winterperiode. Zoals elk model is het slechts een benadering van de werkelijkheid. Het model houdt momenteel geen rekening met verschillen tussen dag en nacht. Onlangs is door GPS gezenderde scholeksters en een camerapaal op het wad vastgesteld dat overwinterende scholeksters ’s nachts flink doorgaan met foerageren. ’s Nachts zitten de scholeksters met hogere dichtheden op elkaar op de wadplaten. Maar waarom doen ze dat?
Éen van de hypothesen is dat het ligt aan een dag en nacht ritme van de belangrijkste prooi in de winter; de kokkel. Om die hypothese te testen ga ik kokkels uitrusten met meetaparatuur die de afstand van de kleppen kan registreren. Een kokkel die open staat is veel makkelijker te pakken dan een kokkel die dicht zit.Daarmee hoop ik te kunnen zien of de voedselbeschikbaarheid tussen dag en nacht verschilt. Hiermee kan ik een advies geven of het model WEBTICS op basis van mijn gegevens verbeterd kan worden.

En in mijn vrije tijd vermaak ik me met het eiland verkennen, vogels kijken en chillen met een grote hoeveelheid ‘huisgenoten’. Ik zit hier in een campus ‘De Potvis’, een complex vol met stagiairs, PhD studenten en enkele werknemers van het NIOZ of IMARES. We hebben een gezamenlijke keuken een een eigen bar in de kelder. ’t Is net een studenten soos: goedkoop bier, een pooltafel een boven alles een hoop gezelligheid. Voor meer foto’s kun je kijken op www.flickr.com/photos/ejeej

Tekst en Foto: Ernstjan Penninkhof

dinsdag 20 maart 2012

Op stage in Costa Rica?!

Ik ben Marloes, derde jaars student Tropical forestry. Ik loop op dit moment voor een half jaar stage in het zuid westen van Costa Rica bij een project dat Cloudbridge reserva heet. 10 jaar geleden zijn ze hier begonnen met het beplanten van voormalige weilanden waaruit dit gebied bestond, om het cloudforest weer terug te laten komen.





Ik voer hier een onderzoek uit over het onderdrukken van het onkruid op de nieuwe aangewezen plantages. Dat is nodig omdat hier door die voormalige weilanden erg veel onkruid groeit die de jonge bomen verstikken. Hierdoor heeft op sommige plaatsen het bos nog geen kans om zich te ontwikkelen. Nu houden ze het onkruid handmatig kort rond de bomen, wat erg arbeidsintensief werk is. Ik hoop met mijn onderzoek een methode te kunnen vinden die en minder arbeidsintensief is, en een goedkope oplossing biedt, en goed is voor de omgeving.



Ik gebruik verschillende methodes, zoals handmatig korthouden, gebruik van karton en plastic rond de bomen, het overschaduwen van het onkruid en het gebruik van chemicalien of een combinaties van deze vormen, om te kijken welke het beste is.



De eerste weken heb ik voornamelijk de omgeving verkent en mijn onderzoek opgezet.In het regenseizoen (+/- mei) beginnen we met planten van de nieuwe bomen. Daarna bestaat mijn werk voornamelijk uit het meten van veranderingen op de plantages van het aandeel onkruid, de groei van de bomen etc. Het is een doorlopend onderzoek. Ik zal na het planten nog 2 maanden de plantages in de gaten kunnen houden. Daarna is het de bedoeling dat andere stagelopers of vrijwilligers het van me over gaan nemen. Ik vind het een erg interessant en leerzaam onderzoek. Het enige dat ik jammer vind is dat ik het zelf niet kan afronden en dus geen eindconclusie zal kunnen formuleren.



Maar misschien kom ik hier in de toekomst wel weer terug om te kijken hoe het gaat. Naast mijn onderzoek houd ik me ook bezig met het bijhouden van de temperatuur verschillen, meten van de hoeveelheid regen die hier valt en het in de gaten houden van de dieren in het reservaat door middel van het ophangen en controleren van trap camera’s. Dus ik vermaakt me hier prima! Ik onderneem ook veel dingen buiten het onderzoek om. Zo heb ik de hoogste berg van Costa Rica beklommen en ben ik zeker van plan ook een bezoekje te brengen aan de vulkanen. Verder ga ik halverwege mijn stage tijd voor een week of 2 naar Panama om mijn paspoort te verlengen, dit geeft me ook weer een mooie gelegenheid om dit land te bekijken en te vergelijken met Costa Rica.



Het is erg leuk om te ontdekken dat sommige dingen die je eerst theoretisch leert tijdens je studie, nu ook in de praktijk worden gebracht. Andersom leer je hier ook zoveel nieuwe dingen waar je nog nooit eerder over hebt gehoord.



Deze stage geeft me ook de kans om veel na te denken over wat ik na mijn studie wil gaan doen. Je ontdekt dat er een wereld voor je open gaat. Ik geniet hier intens van de mooie natuur en de cultuur. Costa Rica is een zeer stabiel land in verschillende opzichten en daardoor zeker aan te raden voor stages. Vooral als je (net als ik) voor het eerst zo’n grote en lange reis onderneemt!



Tekst en foto aangeleverd door Marloes Fröling